Natuurstenen beelden uit Afrika met name uit Zimbabwe en Kenia.
De steensoort die in Zimbabwe wordt gedolven noemt met serpentijn of springstone.
Het delven van deze steen wordt in de Engelse taal ook wel “mining” (het mijnen) genoemd. Echter, bij een mijn denkt menigeen aan diep onder de grond, maar niets is minder waar. De steen wordt reeds gevonden circa 1 tot 2 meter onder het oppervlak. Via spleten en gaten worden de stukken serpentijn losgetrokken. De mijnen zijn in het bezit van particulieren die deze pachten van de overheid.
De stenen die gebruikt worden voor het beeldhouwen worden gevonden in The Great Dyke, een ruim 500 km lange bergketen in Zimbabwe die zich uitstrekt van noordoost naar zuidwest. Het is de langste lineaire vulkanische massa ter wereld. Het gebergte is van een zeer hoge ouderdom: Opalstone en Springstone zijn 2500 miljoen jaar oud, het zeer harde verdite zelfs 3500 miljoen jaar. Het zachtere speksteen dat ook veel in Zimbabwe wordt gevonden is daarentegen veel jonger: slechts 10 miljoen jaar.
In Nederland is de steen vrij kostbaar daar de Zimbabwaanse regering de Serpentijn tot bodemschat heeft verklaard. Dit heeft tot gevolg dat er grote exportaccijnzen en ander commissies bovenop de steenprijs komen, waardoor het minder aantrekkelijk wordt om deze steen uit te voeren.
Serpentijn is een verzamelnaam voor een grote groep steensoorten. De bekendste hiervan zijn de Steatiet, Zwart / Bruine (Zebra)serpentijn, Opal serpentijn en spring stone. Hierbij is steatiet een relatief zachte steen en springstone erg hard. Voorbeelden van de hiervoor genoemde stenen staan hieronder.
Voorradig en ook de meest voorkomende steen in Zimbabwe zijn de middelharde serpentijn typen als de zwart/bruine en de opaal varianten. Bijna iedere steen heeft een roestbruine schil. Dit wordt ook wel een verwerings- of oxydatielaag genoemd en is vrij zacht en bros. Men kan het verwijderen of gebruiken bij het vormen van een beeld. Gedurende het beeldhouwen wordt een beeld gevormd doordat er telkens kleine brokjes steen afgeslagen worden. De steen zelf voelt vettig aan. Niet te verwarren met speksteen, die vele malen zachter is. De meest gebruikte gereedschappen om deze steen te bewerken zijn met name: de Brickhammer, diverse (hout)beitels, raspen, vijlen, polijstmiddelen, wax en ander klein materiaal.
De stenen in het gebergte liggen deels onder en deels boven de grond en worden niet machinaal gewonnen, maar uit de grond gewerkt met stokken en stangen. Ze worden dus niet gezaagd zoals bijvoorbeeld met marmer gebeurt. Elke steen heeft daardoor elk een unieke vorm, wat juist de beeldhouwer inspireert tot zijn creatieve werk.
De meest gebruikte steensoort in Zimbabwe is Serpentine, dat beschikbaar is in meer dan 200 nuances en kleurschakeringen.
De kleurschakering heeft een bereik van zwart tot groen, van rood over oranje naar violet. Het kleurverschil wordt veroorzaakt door de samenstelling van de mineralen en is van plaats tot plaats verschillend.
Springsteen – marmerachtig zwart
Fruitserpentijn – veelal donkergroen tot bruin gevlamd, maar ook in vele andere kleuren en samenstelingen
Verdiet – halfedelsteen groene glans door het aanwezige chroom
Luipaard – lichtgeel / groen met vaak grove donkere vlekken
Sipolilo – oranje / geel
Chiweshe – donkergroene serpentijnsoort
Wit opaal(sapolite) – zeer zware steen, komt niet vaak voor
Opaal – komt voor in lichte en iets donkere groentinten
Kobalt – donkergroen / meestal roodachtig
Zwart serpentijn – donkergroen tot zwart
Achtergrond en geschiedenis
De in 1926 in Zuid Afrika geboren Tom Blomefield heeft door het stichten van een kunstenaarsdorp in Zimbabwe een cruciale rol gespeeld bij het ontwikkelen en cultiveren van creatieve kwaliteiten van Zimbabwaanse kunstenaars.
Hij had jarenlang een tabaksfarm in Zimbabwe het voormalige Rhodesië.
Het kunstenaarsdorp Tengenenge in Zimbabwe werd door hem gesticht in 1966 toen de economische sancties tegen het toenmalige Rhodesië het de tabaksboer en chroommijn directeur onmogelijk maakten zijn producten te exporteren. Hij besloot om te worden wat hij altijd wilde zijn: beeldend kunstenaar. In hetzelfde jaar stichtte hij het kunstenaarsdorp, ten zuiden van de hoofdstad Harare. Het bleek het begin van de ongekende bloei van de Zimbabwaanse kunst. Ontelbare (jonge) mensen, wisten via Tengenenge http://tengenengesculpture.com hun artistieke droom waar te maken. Tot op de dag van vandaag is het een belangrijke opleidingsplaats voor jongeren opgegroeid met de Shona cultuur. Deze cultuur, gekenmerkt door spiritualiteit, geeft de Zimbabwaanse kunst een extra dimensie.
Tengenenge is een typisch Afrikaans dorp dat op 150 kilometer ten noorden van Harare, aan de voet van de ‘Great Dyke’ ligt. De bergketen (hierboven al genoemd) dat zich uitstrekt tot aan Zambia. Het grote verschil met andere dorpen is dat namelijk elke inwoner hetzelfde beroep heeft: Beeldhouwen!
Het dorp is als het ware een open museum met meer dan 11.000 beelden! In Tengenenge leven ongeveer 100 beeldhouwers met hun gezinnen die hier de kost proberen te verdienen door hun eigen gemaakte beelden ten toon te stellen en te verkopen. Alle beelden die hier tentoongesteld staan zijn met de hand gemaakt en elk beeld heeft een eigen verhaal, mythe of betekenis. Van elk verkocht beeld ontvangt de kunstenaar 65% van de opbrengst, de overige 35% wordt voor de gemeenschap gebruikt. Sculptures uit Tengenenge zijn zeer uiteenlopend zowel figuratief als abstract, heel grote beelden voor buiten maar ook kleinere die binnen geplaatst kunnen worden.
Iedere kunstenaar heeft zijn/haar eigen stijl ontwikkeld en worden vaak geïnspireerd door hun voorgangers. De werken zijn zeer uiteenlopend van structuur. Sommige werken zijn helemaal gepolijst, sommige hebben een heel ruw en geschakeerd oppervlak soms gecombineerd..
Zeepsteen of speksteen uit Kenya.
Speksteen is een zachte steensoort die gemakkelijk te bewerken is. Deze steensoort wordt in diverse landen gevonden.
Braziliaans speksteen: de zachtste soort speksteen, daardoor ook gelijk de meest kwetsbare soort. Erg mooi van kleur en met hele mooie nerven in de steen. Heel gemakkelijk te bewerken, maar als kant en klaar beeld ook extra kwetsbaar.
Chinees speksteen: de meest gebruikelijke soort, kan je indelen op kleur, hoe donkerder de steen, hoe harder. Wit en lichtroze zijn dus het zachtst, daarna komen groen en bruin, en de hardste steen is zwart chinees speksteen.
De hardste soort speksteen is Indiaas speksteen, in prachtige tinten verkrijgbaar.
Een nieuw soort speksteen is Iraans speksteen, een hardere soort steen, met prachtige rood oranje kleuren.
Wij beperken ons hier tot de speksteen uit Kenia die hier Kisii steen wordt genoemd.
Kisii-zeepsteen wordt zo genoemd omdat het gewonnen wordt in de omgeving van de plaats Kisii, in het zuidwesten van Kenya bij het Victoria Meer. De Kenianen noemen het Tabaka-stone, daar de vindplaats in het dorp Tabaka ligt.
Het is een zachte soort zeepsteen in verschillende kleuren van roomwit, grijs, blauw, zalmrood en zwarte steenlagen.
De mannen snijden de stenen, met beitels en vijlen en geven de eindvorm. De vrouwen polijsten alle producten door ze te behandelen met water en schuurzand. Na het polijsten moet het eindproduct met olie worden ingewreven om de kleur goed tot zijn recht te laten komen. Het zijn kleine beelden die geschikt zijn om binnen te staan. De steen is niet geschikt voor in ons klimaat buiten te staan.
Vroeger werden figuren vooral uit hout gesneden. Het mooiste hout is het harde, vaak diepzwart gekleurde, ebbenhout. Dit werd echter schaars en duur in te tweede helft van de vorige eeuw.
De houtsnijders behoorden uitsluitend tot de stam van de Makonde, aan weerszijden van de grens tussen Tanzania en Mozambique. Jongemannen van de Keniaanse Akamba-stam leerden het houtsnijden in de jaren 1920 tot 1950 op de benedictijner abdij in zuid Tanzania. Toen later het ebbenhout schaars en te duur werd zijn ze overgegaan op de zeepsteen uit Kisii.
Velen gingen wonen bij Nairobi in Mathare Valley. Dichter bij de vindplaats van de steen en dichter bij de toeristenmarkt van de hoofdstad. De zeepsteen wordt vanuit het westen daarheen gebracht en bewerkt tot allerlei beelden. In hele straten zitten de steenhouwers voor hun huisjes op straat te werken. Een groot deel van de productie ging tegen het einde van de vorige eeuw via Nairobi Airport naar Europa en Amerika. Vooral naar importeurs uit de “eerlijke handel”-beweging.
De wereldwinkel staat voor Fair Trade. Marlies Smeets en Nell van Kasteren verdiepen zich elke uitzending van Kunst – O – Foon in de culturen waar de wereldwinkel producten van betrekt. Ze hebben er veel plezier in en de vestiging in Weert heeft inmiddels zeer goed geïnformeerde dames als vrijwilliger is de winkel staan.
De uitzending is tussen 11.00 en 12.00 uur vanuit Stadscafé Du Commerce en te beluisteren via de kanalen van WeertFM zie http://www.weertfm.nl.