Het team Kunst – O – Foon bestaande uit Igor Ronckers, Ferry Wahls en Anki Raemaekers willen beginnen om Nell van Kasteren en Marlies Smeets van harte te bedanken voor de energie die ze een half jaar lang gestoken hebben in de verhalen rondom Fair Trade. In onze huidige netwerk en participatiemaatschappij een onderwerp dat steeds meer terrein zal winnen en terecht.
De wereld is toe aan faire kansen voor iedereen en de kerstgedachte mag best eens gericht worden op een meer eerlijker verdeling van aardse goederen.
Ik weet veel mensen klinkt het softone in de oren en toch kan ik het niet laten om de woestijn nog maar eens op te schudden. KIJK EENS MET ANDERE OGEN en God weet dat er nog veel te verbeteren is.
Binnen onze traditie is de Kerststal geen vreemd huisje en kruiden en specerijen hebben we ook volop nodig voor ons feestdis. Papier is absoluut ook niet zo vreemd, want zelfs in ons digitale tijdperk zal menigeen toch de pen ter hand nemen en een mooie boodschap voor zijn dierbaren verzinnen. Als je nu een paar van deze zaken in de Wereldwinkel koopt zijn er ook nog wat mensen aan de andere kant van de wereld geholpen.
Kerststallen
Een kerststal is een voorstelling van de geboorte van Jezus met figuren van hout of gips, die vooral in katholieke gezinnen rond Kerstmis in huis te vinden is, vaak onder de kerstboom.
Traditionele Kerststal
Naast Jezus, Maria en Jozef zijn vaak ook andere figuren aanwezig die in het kerstverhaal voorkomen, zoals herders – eventueel aangevuld met enkele schapen – en de drie wijzen Caspar, Balthasar en Melchior – soms met kamelen. Ook andere dieren als de os en de ezel behoren tot de figuren in de kerststal. In Catalonië en andere regio’s omvat de kerststal traditioneel een caganer, een figuur van een poepend mannetje.
Een levensgrote kerststal wordt soms op een algemeen toegankelijke plaats ingericht. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de omgeving. In sommige plaatsen worden routes langs kerststallen uitgezet. In veel plaatsen is het gebruikelijk om een levende kerststal met echte mensen en dieren neer te zetten. Vooral in zuid-Italië zijn levende kerststallen zeer populair.
De invoering van de kerststal wordt toegeschreven aan Franciscus van Assisi, die omstreeks het jaar 1200 in Italië leefde. In het Evangelie volgens Lucas staat dat Jezus na zijn geboorte in een voerbak voor het vee werd gelegd. Daaruit werd geconcludeerd dat de geboorte in een stal plaatsvond.
Een bekende kerststal is die op het Sint Pietersplein voor de Sint-Pietersbasiliek in Rome, een idee van Paus Johannes Paulus II. Deze kerststal bestaat sinds 1982. Sinds 1999 komt de 25 meter hoge kerstboom uit Badia en het mos van de berg Fumaiolo bij Verghereto, waar de Tiber begint.
Een bekende levensgrote kerststal in Nederland is die in de Sint-Janskathedraal in ‘s-Hertogenbosch. Hierbij wordt niet alleen de stal uitgebeeld, maar ook een groot deel van de omgeving, het veld waar de herders de goddelijke boodschap ontvangen en mensen die op weg zijn naar de stal, zodat het gehele tafereel de hele lengte van het gebouw in beslag neemt.
De traditie van de kerststallen door de eeuwen heen
De kerststal zoals wij die kennen heeft zijn oorsprong bij Franciscus van Assisi (1181 – 1226). Deze monnik, die wij kennen van zijn liefde voor dieren was helemaal vol van de verhalen rondom de geboorte van Christus. Hij trok zich het lot en de omstandigheden waarin Jezus is geboren erg aan en vertelde hier keer op keer over tegen een ieder die het maar wilde horen.
Omdat Franciscus vond dat zijn tijdgenoten weinig oog hadden voor de menselijke kant in het verhaal van de geboorte van Jezus besloot hij het visueel te maken. Hij hoopte dat de mensen zo een voorbeeld aan Jezus zouden nemen en ook sober en nederig door het leven zouden gaan.
Franciscus liet in 1223 een stal bouwen middenin de bossen van Greccio. Hij zorgde ervoor dat er een os en een ezel kwamen. Dat waren in die tijd de lastdragers van de armen en dus voor hen herkenbare dieren die door Franciscus een functie kregen in de stal. Zij waren daar om met hun adem het kindeke Jezus te verwarmen. Hij vroeg een boer uit het dorp om Jozef uit te beelden, een boerin zou voor Maria staan en hij legde een klein kind in een voerbak. Hij maakte iets wat we nu een levende kerststal noemen.
In de kerstnacht droeg hij daar de H. Mis op, het hele dorp kwam kijken en iedereen was diep onder de indruk. Het gevolg was dat de mensen meer en meer met kerst het geboorteverhaal op deze manier ook in huiselijke kring uitgebeeld wilden hebben. Ze sneden hun beeldjes van hout of ze boetseerden ze van klei en zo heeft de huidige kerststal vorm gekregen.
In de evangeliën wordt geen melding gemaakt van een os en een ezel. Zelfs niet van schapen. Die waren immers door de herders in het veld achter gelaten. Toch moeten deze beesten langzaam aan een plaats hebben gekregen in de vroegchristelijke vertellingen. In een apocrief (geen officiële Bijbel tekst) evangelie uit de 8e eeuw na Christus schrijft een zekere Mattheüs (dus niet de Bijbelse Mattheüs): ‘Op de derde dag na de geboorte verliet Maria de grot en ging een stal binnen. Daar legde zij het kind in de kribbe en de os en de ezel aanbaden Hem zonder ophouden.’ Zo werd vervuld wat de profeet had gezegd: ‘Tussen twee dieren zult gij geopenbaard worden.’
In later eeuwen is de symboliek van de os en de ezel verwaterd. Desondanks bleven deze dieren een belangrijke rol vervullen in de kerststal. Zelfs in landen waar ze geen bepalende rol spelen. Daar worden dan wel vaak lokale dieren aan toegevoegd.
We geven een paar voorbeelden:
Burundi. Ezels zijn er niet in Centraal-Afrika, alleen in de door RK-missionarissen ingevoerde Europese kerststal. Daarnaast zijn er nu meer en meer zelfgemaakte stallen in de kerken, met op hun manier gemaakte beelden: een zwarte Jozef en Maria, een schaapherder familie, koeien, schapen en geiten.
Filipijnen. Ook hier veel Europese en geïmiteerde kerststallen met os en ezel, al vind je hier zelden ezels. In meer volkseigen, creatieve kerststallen zie je al eens een waterbuffel in plaats van een os. Maar in de Filipijnen concentreert men zich niet zozeer op de stal zelf als wel op de ster. Een os en een ezel zijn eerder een toevalligheid.
Hong Kong. Terwijl de ezel onbekend is in Zuid-China, wordt de os wel vaak gebruikt in de kerststal, tezamen met nog meer koeien. In een stad als Hong Kong kent men eigenlijk geen dieren – je ziet hier ook vaker in plaats van stalletjes stedelijke versies van het kerstgebeuren met een achtergrond van gebouwen.
Venezuela. Net zoals de kerstboom die ze van ‘ons’ overgenomen hebben, hebben de os en de ezel, die ze goed kennen hier, traditioneel een plaats in de kerststal. Maar naast allerlei lokale dieren, van konijnen en kippen tot lama’s. Als er maar veel kleur en beweging is. De uitzonderlijke positie van de os en de ezel zoals bij ons kennen deze mensen niet.
In een groot gedeelte van de protestantse kerken is de kerststal, die Franciscus van Assisi zag als een gelijkenis zoals Jezus die vaak in de Bijbel gebruikte, nooit ingeburgerd. Mede omdat het gebruik van beelden in de godsdienstoefening wordt afgewezen. In de rooms-katholieke kerken wordt dit gebruik nog volop in eren gehouden.
Het KINDJE JEZUS heeft altijd een wit kleed aan. Het ligt of vast in een kribje of het kindje is een los beeldje dat neergelegd kan worden in een houten voerbakje, gevuld met wat hooi. Vele gezinnen kenden de traditie dat het kindje pas kerstavond in het kribje werd gelegd. Het kindje heeft niet de uitstraling een pasgeboren baby te zijn. Het kijkt al heel wijs en oud de wereld in met uitgestoken armen. |
|||
JOZEF heeft een bruine mantel aan en een onderkleed dat varieert van lila tot oranje of wit. Soms heeft hij een staf in zijn hand waarop ook een enkele keer een lelie te zien is. Dit symbool verwijst naar het verhaal hoe Jozef Maria heeft ontmoet. Ook heeft hij wel eens een lantaarn in zijn hand. Bij grote beelden van Jozef is de lelie vaker te zien | |||
MARIA wordt in de westerse kunst afgebeeld met een blauwe mantel en een witte hoofddoek. Wit is de kleur van het licht. Het wijst ook naar onschuld en maagdelijkheid. Blauw is de kleur van de hemel, vandaar een ‘hemels’ blauwe kleur. Blauw is net als wit de kleur die verwijst naar reinheid en zondeloosheid. Maria’s onderkleed varieert in tinten van wit naar rood, oud roze en geel.Bij de grotere beelden (Maria met het kind Jezus) is het zo dat wanneer Maria voorgesteld wordt in een blauwe mantel, dit verbeeld dat ze nog op aarde was. Maria wordt afgebeeld in een wit kleed wanneer het de voorstelling is van een verschijning. (Lourdesbeeld) De orthodoxe kerken houden vast aan de oudere traditie van roodpurper wat verwijst naar Koninklijke waardigheid. |
|||
Er zijn drie HERDERS, bij de beeldengroepen. De Herders symboliseren de gelovige mensheid. Ze variëren net als de koningen in leeftijd. Een oudere herder knielt meestal. Daarnaast is er vaak een jonge herder en een herder van middelbare leeftijd. Die verschillende leeftijden symboliseren ook het feit dat ze van jong tot oud kwamen om Het Kind te begroeten. Vaak heeft één van de herders een schaap op zijn schouders, één heeft en muziekinstrument en soms brengt een herder brood mee. |
|||
ENGEL Gabriel heeft zijn plaats boven de stal. Hij heeft een wit lint in zijn handen waarop staat ’Gloria in Excelsis Deo’ wat betekent: ‘Ere zij God in de Hoge’. De engel heeft vrijwel altijd een lichtblauw kleed aan met variaties van wit en geel tot lichtgroen. In de praktijk is het zo dat in de groep de engel het kwetsbaarst is. Misschien komt het door het feit dat dit beeld aan een spijkertje in de nok van de stal moet worden gehangen maar veelal is de neus of zijn de vleugels van de engeltjes beschadigd. | |||
DE OS EN DE EZEL. In onze verhalen houden de dieren het kindje warm. De profeet Jesaja is van belang geweest voor de aanwezigheid van de os en de ezel. Jesaja spreekt in zijn boek zijn teleurstelling uit over het gedrag van de mensen en vergelijkt het gedrag met dat van de beesten. Dieren hebben goed door wie er voor hen zorgt, wie het baasje is. De mensen echter leven er maar op los.De ezel symboliseert de wijsheid. Het is zoals het spreekwoord zegt: een ezel stoot zich in het algemeen, geen twee keer aan dezelfde steen! De os weet wie zijn meester is en hij staat voor de wil om wat zijn meester zegt te ondergaan. Al deze eigenschappen herken je in Jezus terug. Hij is de wijsheid, Hij kent zijn Meester en hij heeft de wil om wat zijn Meester zegt te ondergaan. In het Hebreeuws is os en ezel ‘sjoor we moor’. Het meervoud daarvan is: sjoriem we chamoriem: schorriemorrie, ossen en ezels. Jezus is geboren tussen het schorriemorrie en hij zal ook sterven tussen het schorriemorrie. Gehangen tussen 2 rovers sterft hij aan het kruis. |
|||
|
|||
KAMEEL EN KAMELENDRIJVER. In de meeste gevallen is het een dromedaris die de koningen bij zich hebben. In slechts enkele gevallen zijn de twee bulten zichtbaar waarbij je terecht van een kameel kunt spreken! De kameel heeft in de meeste gevallen een groot rood kleed over zich heen. De kameel of dromedaris heeft een oppasser, de kamelendrijver. Hij wordt door veel mensen vaak aangezien als een vierde zwarte koning. |
|||
De DRIE KONINGEN of WIJZEN symboliseren het heidendom. Ze dragen een Frygisch (Anatolie) gewaad. (korte tuniek, korte mantel, lange broek) Zij vertegenwoordigen de drie menselijke rassen van de mensheid en de drie in die tijd bekende werelddelen. De verschillende leeftijden van de wijzen wil zeggen dat alle mensen, jong en oud het Kind kwamen begroeten.MELCHIOR Vertegenwoordigt Europa. Hij is de oude koning met lang grijs haar en een baard en heeft als geschenk het goud bij zich wat symbool is voor het koningschap van Jezus. Meestal is hij de knielende koning gekleed in een paars tot donkerrood gekleurde mantel. BALTHASAR Vertegenwoordigt Azië, is van middelbare leeftijd en hij offert mirre. Mirre wordt gebruikt voor het balsemen van lijken. Mirre verwijst naar het sterven van Jezus. Balthasar is lichtbruin van teint en draagt een volle baard. Zijn kleding is vaak een geel onderkleed met daaroverheen een rode mantel. CASPAR Vertegenwoordigt het werelddeel Afrika en brengt wierook mee. Wierook symboliseert het Goddelijke van Jezus. Hij is jong, baardeloos en heeft een donkere gelaatskleur. De mantel van de zwarte koning kan variëren van geel naar oranje. Zijn onderkleed van helder blauw tot helder groen. Ook lila tinten worden regelmatig gebruikt. De gewone wijze van voorstellen is deze: Melchior heeft zijn kroon afgezet, hij knielt voor het Goddelijk Kind en biedt het zijn geschenk aan. Zijn beide metgezellen staan achter hem, eerst Balthazar, die op de ster wijst, vervolgens Caspar. Beiden dragen zij de kroon op het hoofd en hun gaven in de hand. De volgorde van de koningen is daarom deze: 1) Melchior, 2) Balthazar en 3) Caspar. In vele gezinnen laat men de koningen ‘wandelen’ gedurende de decembermaand. Ze krijgen een plekje in de vensterbank (oostkant, zij kwamen uit het oosten….) en worden van tijd tot tijd verplaatst. Ze bereiken de stal op het feest van Driekoningen 6 januari ook wel Epifanie genoemd (De openbaring van de Heer) De kerststal kan tot 40 dagen na Kerst blijven staan. Op 2 februari, Maria Lichtmis (Opdracht van Jezus in de tempel) is de cyclus voorbij. |
|||
Kerststal, traditie en symboliek over de grens |
Openbare gebouwen
De oudst bewaarde kerstvoorstellingen zijn van marmer of steen. Ze staan op een doodskist of de muur van een kerkgebouw. Je ziet voorstellingen van Jezus’ geboorte ook op iconen: oude schilderingen op hout. Verder staat de kerstgroep vaak op glas-in-loodramen van oude kerken. Ook in onze tijd nog laten mensen die een kerk bouwen zich door de geboorte van Jezus inspireren. Zoals de beroemde schilder Chagall of de glazenier van de Verzoeningskerk in Taizé.
In huis
De eerste kerstgroepen met vrijstaande beelden kwamen uit Italië. Voor de viering van Jezus’ geboorte werden ze in kerken en kloosters neergezet. De oudste groep is van 1289 en bestaat uit zeven grote marmeren beelden. Deze staat in een kerk in Rome. In het begin waren de beelden zo groot dat ze alleen maar in paleizen en grote huizen konden staan. Pas na 1600 werden ze kleiner en konden “gewone” mensen ze aanschaffen. Bijbels en gebedenboeken werden mooi versierd met kleine getekende kerststallen. Deze plaatjes heten miniaturen.
Op reis
Tot in de 18e eeuw hadden alleen rijke mensen een kerstgroep. In de 19e eeuw komen ze in Zuid-Frankrijk voor en in Spanje en Portugal. Via Tirol kwamen ze daarna in de vorm van houtsnijwerk over de Alpen naar Beieren, Polen en bij ons.
De figuren van de kerststal dragen dikwijls kleren uit het land van de kunstenaar. Het maken van kerstgroepen is een vorm van volkskunst. De eerste kerststal kwam uit Italië. Nu zijn er kerstgroepen in alle landen. Kerstgroepen zijn bedoeld om te bekijken en aan Jezus te denken. Ze verschillen per werelddeel of per land.
In Catalonië, evenals in de rest van Spanje en de meeste gebieden van Italië en Zuid-Frankrijk bestaat de traditionele kerststal uit een grote maquette van de stad Bethlehem. Het is vergelijkbaar met de kerstgroepen van onze traditie, maar omvat de gehele stad en niet alleen de Geboorte voorstelling. |
De Caganer / Kakker Een bijzonder kenmerkend beeldje in de Catalaanse kerststal is de Caganer. Het beeldje staat weggestopt in een hoekje van de kerstuitstalling maar meestal niet in de buurt van het geboorte tafereel. Aan het hilarische beeldje worden enkele symbolische betekenissen toe gekend:
|
Het zoeken en vinden van de Caganer hoort bij de traditie en is een leuk spel, vooral voor kinderen. De exacte herkomst van de Caganer is verloren gegaan, maar de traditie bestaat al sinds de 17e eeuw. Oorspronkelijk werd de Caganer afgeschilderd als een Catalaanse boer met een traditionele barretina. ( een rode kous als hoed met een zwarte band) |
Kerststal met als achtergrond een bloeiende cactus (Peru)
Keramieken kerststalletjes met veelal als achtergrond een bloeiende cactus worden gemaakt door de handenarbeiders van Manos Amigas (Vriendelijke handen) in Peru. Manos Amigas is een Fair Trade organisatie die werkt met familiegroepen en kleine kunstenaars coöperaties in Lima en in de hooglanden van de Andes. De kunstenaars krijgen workshops over verschillende onderwerpen, zoals administratie, boekhouding, marktonderzoek, trends, productie en export.
Buiten Europa
In de koloniale tijd worden de kerstgroepen over de hele wereld verspreid: naar Amerika, Azië en Afrika. Dat gebeurde doordat de missionarissen ze op hun reis meenamen. De franciscanen brachten ze naar Mexico. De jezuïeten naar Brazilië en Japan. Maar de meeste kerstgroepen buiten Europa vindt men in Zuid- en Midden-Amerika.
De oorspronkelijke bewoners van Amerika waren indianen. Daarom ligt het kindje Jezus op de afbeelding rechts uit Mexico niet in een kribbe, maar in een wigwam.
De kribbe links is een kandelaar. Het is een huwelijkscadeau in Mexico en heeft de vorm van een boom, “geboorteboom” genoemd. Dit bij de Maya’s al bekende motief verwijst ook naar de levensboom van Adam en Eva.
Kalebas
Heel apart zijn de lange gipsen kerstfiguren van de bekende Peruaanse familie Mendivil. Behalve aardewerk en gips gebruikt men heel bijzonder materiaal: bijvoorbeeld pompoenen in Uruguay, of een kalebas in Brazilië.
Haan
Bij veel Zuid-Amerikaanse en Spaanse of Portugese kerststallen staat een haan. Een haan duidt op het aanbreken van het licht. Volgens Spaanse legenden zou de haan als eerste de geboorte van Jezus verkondigd hebben. De nachtmis in deze landen heet dan ook “de mis van de haan”. Met het kraaien van de haan worden het kwaad en de duisternis verdreven. De haan kondigt de geboorte van Jezus aan. Maar doet ook denken aan het verhaal van Jezus’ lijden, als Petrus ontkent dat hij Jezus kent.
Lotus
Heel bijzonder is de voorstelling van Jezus liggend op een lotus. De bloeiende lotus komt in Aziatische landen veel voor. In het boeddhisme is de lotus het teken van verlichting. Met dit plaatje wil men zeggen dat Jezus evenals de lotus boven het donkere en modderige water uitgroeit. Uit het donker komt het licht.
Bamboe
In Afrikaanse landen komen kerststallen pas sinds de vorige eeuw voor. Men probeerde in het begin zo nauwkeurig mogelijk de voorbeelden van Europa na te maken. De laatste tijd worden er meer eigen ontwerpen gemaakt, bijvoorbeeld in Kenya (56, 65) en Congo (59). De beelden zijn van ebbehout en de stal is gemaakt van bamboe en gras.
KAARSENEr bestaan heel veel soorten kaarsen die verschillend zijn qua vorm, grootte, kleur en samenstelling. We bespreken twee soorten die we het meest aansprekend vinden.
Fair Trade Palmolie Stompkaarsen uit Indonesië Deze kaarsen worden handgemaakt door Wax Industry in Indonesië. Door het gebruik van gecertificeerde palmolie en duurzame verpakkingsmaterialen zijn deze kaarsen een milieuvriendelijk product. De voor het merendeel vrouwelijke werknemers van het bedrijf werken onder fair trade omstandigheden. Palmolie is een uitstekende grondstof gebleken voor kaarsen. Palmolie kaarsen branden mooi en stabiel op, zonder resten, walmen of roeten. De kaarsen branden lang en schoon. De kleuren zijn wit, grijs, mint en beige. Swazi Candles uit Swaziland Het verhaal achter Swazi Candles is heel bijzonder. Directeur en oprichter Tony Marshak ontvluchtte het apartheidsregime in Zuid-Afrika. Via Europa reisde hij naar Amerika waar hij een kunstenaar ontmoet die hem een bijzondere techniek leert waarmee unieke kaarsen gemaakt kunnen worden. Het verlangen naar Afrika bleef en Tony gaat naar Swaziland, waar geen apartheid is. In 1981, in de schuur van een melkveehouderij, start hij met twee compagnons het bedrijf Swazi Candles. De lokale bevolking volgt interne trainingen en al snel produceert de kleine werkplaats mooie kaarsen voorzien van prachtige patronen via de bijzondere techniek die hij van de kunstenaar heeft geleerd: Millefiore, wat staat voor duizend bloemen. De techniek is afkomstig uit Venetië en werd oorspronkelijk gebruikt voor de versiering van glazen kralen die als betaalmiddel werden gebruikt. Nu dus voor kaarsen en dat slaat aan. Halverwege de jaren negentig groeit de werkplaats dan ook uit tot een ware industrie en wordt er wereldwijd geëxporteerd. Ondertussen verdienen ruim 70 mensen een vast inkomen met het vervaardigen van ambachtelijke kaarsen. Light from Africa Het productieproces van 1 kaars neemt ongeveer 1 uur in beslag. De binnenkant van de kaars is van kneedbare en brandbare lokale was die, voordat het wordt gebruikt, als bolletjes in een soort warmhoudlade worden bewaard. Deze bolletjes worden in een vorm gekneed. Daaromheen wordt gekleurde, harde was in repen op de zachte was ‘geplakt’. Deze repen zijn reeds voorzien van bijvoorbeeld dierenprints, dierenfiguren, geometrische figuren, of authentieke symbolen. Wanneer de kaars de juiste vorm heeft, gaat de kaars in een koud bad, om daarna te worden gedroogd in een droogkast. Vervolgens gaat de lont in de kaars die wordt vast gegoten met een beetje was. Tenslotte gaat de kaars in een badje vloeibare was voor de glans en wordt verpakt in cellofaan en voorzien van een kaart met ‘Light from Africa’. Dit ambachtelijke procedé is gefilmd en is te zien op YouTube via de link: http://www.youtube.com/watch?v=Dk7mRE4V14Y
|
Vandaag lichten we enkele uiteenlopende Fair Trade producten nader toe.
In deze decembermaand staan we stil bij diverse producten die in deze periode in ons land en in onze omringende landen een grote rol spelen.
– 1. Kaarsen
– 2. Kerststallen
– 3. Papier (wenskaarten)
– 4. Chocolade
– 5. Kruiden en specerijen)
3. Papier
Fair Trade wenskaarten, schrijfpapier, kalenders, reisdagboeken notitieboekjes, boekenleggers, kookboeken etc. worden door diverse organisaties geproduceerd en gedistribueerd.
Zo zijn kaarten en aanverwante producten van Unicef, Amnesty International en Novib voor velen een bekend begrip.
Een klein Nederlands bedrijf Floris maakt al sinds 1977 wenskaarten van recyclet papier. Van de winst van dit bedrijf gaat 10 procent structureel naar ziekenhuizen in India.
Veel papierproducten zoals wenskaarten worden Fair Trade handgemaakt in diverse ontwikkelingslanden zoals Zuid Afrika, India, Nepal, Filippijnen, Kenia, Mauritius, Ruanda.
Een bijzonder papiersoort wordt onder meer geproduceerd in Sri Lanka.
Deze is namelijk gemaakt van olifantenpoep.
Pachyderm Paper
Het -letterlijk vertaald- dikhuidige dier waarvan dit papier gemaakt is, is de olifant,
maar dan wel de dung of poep van de olifant. Daarom wordt dit papier ook vaak Elephant-dung papier genoemd. Een olifant eet dagelijks enorme hoeveelheden, waaronder bananen, suikerriet, takken, bladeren, enz. Een deel van zijn voedsel verlaat het lichaam min of meer onverteerd, waardoor de uitwerpselen van de olifant geschikt zijn als basis voor het maken van papier.
Uiteraard gaat hier een uitgebreid proces aan vooraf, en wordt de mest uitgebreid gereinigd, gekookt, en gedesinfecteerd voordat aan het eigenlijke papierscheppen kan worden begonnen. Het dieet van de olifant heeft wel direct invloed op het eindresultaat: een dieet van b.v. kokosbladeren geeft een licht gekleurde mest, die geschikt is voor de wittere papiersoorten en om te verven.
De leeftijd van de olifant speelt ook een rol: een jonge olifant met een goed gebit die goed kauwt en een goed werkend darmstelsel heeft, geeft als resultaat een “fijnere” mest en dus een zachtere papiersoort. Oudere olifanten kauwen vaak niet meer zo goed, waardoor het uiteindelijke papier een grovere structuur heeft.
Het eindresultaat is altijd een zuurvrije papiersoort, met zeer goede gebruikseigenschappen, geschikt om op te printen en op te schrijven.
Het is geen geheim dat de olifant bedreigd wordt in zijn natuurlijke omgeving.
Het bedrijf in Sri Lanka dat dit papier maakt heeft zich tot doel gesteld de relatie tussen mens en olifant te verbeteren. Zij leren de lokale bevolking om zelf papier te maken van de olifantenpoep, zodat ze daarmee ook in hun levensonderhoud kunnen voorzien en dus “profiteren” van de poep die de olifant hen gratis geeft, in plaats van de olifant weg te jagen. Een deel van de opbrengst van dit papier gaat naar de organisatie die olifantenreservaten opzet en ondersteunt.
De poep wordt gekookt met Margosablad (heel bitter), wat een natuurlijk desinfecterende werking heeft. Na een kookproces van acht uur wordt afvalpapier uit de kantoren van Colombo aan het mengsel toegevoegd en samen verder ingekookt tot een stevige pap. Van deze pap worden vervolgens vellen papier geschept. Door zouttoevoegingen kan het papier bovendien in elke gewenste kleur gemaakt worden. Van 10 kilo olifantenpoep wordt tot wel 120 vellen papier of 60 vellen karton gemaakt. De vellen worden als basis voor verschillende producten zoals kaarten, boekenleggers en memo’s van olifantenpoeppapier: handgemaakt, eco-verantwoord en ijzersterk.
4. Chocolade – Interessante wetenswaardigheden:
Chocola heeft meer dan 400 verschillende geuren
Een roos heeft er 14, een ui maar 7
De Maya’s betaalden met cacao
Een slaaf was 100 cacaobonen waard
De Maya’s geloofden dat cacao het voedsel van de goden was?
De Latijnse naam voor cacaoboom: Theobroma betekent ‘voedsel van de goden’
Tony Chocolonely: chocolade uit West Afrika
In 2011 vierde Tony’s Chocolonely zijn vijfjarig jubileum. Dat is begonnen bij Teun van de Keuken. Met het TV-programma ‘de Keuringsdienst van Waarde’ doet Teun in 2002 onderzoek naar slavernij in de cacao-industrie. Vooral op cacaoplantages in West Afrika worden veel misstanden ontdekt. Kind-slaven worden mishandeld en gedwongen om soms meer dan zestien uur -onbetaald- achter elkaar te werken.
Het Harkin-Engel protocol, dat in 2005 ondertekend wordt door verschillende grote chocoladeproducenten, moet een einde maken aan de verschrikkelijke manier waarop veel chocolade gemaakt wordt. Maar het blijkt dat geen van de producenten daadwerkelijk iets gedaan heeft om slavernij in te perken. Als in datzelfde jaar (2005) de film Charlie and the Chocolate Factory uitgebracht wordt in Nederland gaat Teun naar hoofdsponsor Nestlé met de vraag om een slaafvrije reep te maken. Desnoods één als gebaar van goede wil. De fabrikant weigert pertinent. Dan moeten we het zelf maar doen, denkt Teun. Op 29 november 2005 brengt Teun (Tony) de eerste (lonely) officieel slaafvrije chocoladereep ter wereld op de markt onder de naam: Tony’s Chocolonely. Hij laat 5.000 melkchocolade repen maken maar dat blijkt niet genoeg. De vraag is overweldigend: er worden er maar liefst 15.000 besteld.
De firma ‘Divine Chocolate LTD’ is in 1993 opgericht. De firma verkoopt fairtrade chocolade gemaakt van cacao uit Ghana.
De boeren die deze cacao verbouwen, zijn voor 45% eigenaar van Divine. Zij, de cacaoboeren zijn verenigd in een coöperatie: Kuapa Kokoo. Deze coöperatie behartigt de belangen van meer dan 48.000 cacaoboeren, waarvan zo’n 30% vrouw, afkomstig uit meer dan 1200 dorpsgemeenschappen.
Kuapa Kokoo weegt, verpakt en transporteert de cacaobonen naar de markt en verzorgt al het papierwerk voor haar leden.
Kuapa Kokoo de cacaobonen verkoopt aan Divine, maar ook aan andere Fairtrade bedrijven waaronder The Body Shop en Thraidcraft. In Engeland wordt de cacao van Kuapa Kokoo verwerkt in meer dan 300 Fair trade producten, waaronder cake, koekjes en ijsjes.
Voor de komst van Divine waren de cacaoboeren geheel afhankelijk van tussenhandelaren. Zij kochten de cacao van de boeren, maar betaalden hen pas maanden later of zelfs helemaal niet. De boeren kregen veel te weinig geld voor hun cacao en werden bedrogen met valse gewichten. Nu krijgen de cacaoboeren aangesloten bij Kuapa Kokoo een goede, gegarandeerde prijs voor hun cacaobonen en een jaarlijkse bonus.
In iedere dorpsgemeenschap is een lokale vertegenwoordiger gekozen, die verantwoordelijk is voor de weging en kwaliteit van de cacaobonen. De cacaoboeren delen hiermee in de winst van Divine en hebben invloed op de bedrijfsvoering. De cacaoboeren hebben 2 vertegenwoordigers in de directie van Divine. Bovendien krijgen de boeren kennis van de cacao-industrie en hebben ze een stem in de markt van chocola.
Specerijen, kruiden wereldwijd
Er is een verschil tussen kruiden en specerijen, hoewel ze beide gebruikt worden om spijzen op smaak te brengen. Specerijen komen meestal uit landen met een tropisch of subtropisch klimaat en zijn meestal niet afkomstig van kleine groene planten, zoals kruiden.
Kruiden bestaan uit vermalen plantenwortels, andere uit bladeren, zaden,stengels of vruchtdelen
In de oudheid en middeleeuwen vormden de oosterse specerijen een belangrijk handelsartikel. De specerijen waren destijds in de keuken zeer gewild als smaakstoffen en conserveringsmiddelen.
Ook schreef men er gunstige geneeskundige werkingen aan toe. Door hun schaarste waren specerijen ultieme luxe producten voor de elite van de westerse rijken. Deze specerijenhandel heeft een grote invloed uitgeoefend op de wereldgeschiedenis Een netwerk van handelsroutes verbond ver van elkaar gelegen gebieden in Europa en Azië met elkaar. Via deze routes werden eeuwenlang behalve goederen ook kennis en ideeën uitgewisseld.
Tegenwoordig vinden we het bijna vanzelfsprekend dat diverse soorten kruiden en specerijen voorverpakt verkrijgbaar zijn. Mensen die zich de tijd van voor de Tweede Wereldoorlog nog kunnen herinneren weten dat vroeger onder andere alle kruiden en specerijen persoonlijk door de kruidenier voor iedere klant werden afgewogen. Hier is de naam ‘kruidenier’ aan ontleend.
Het is bijna niet voor te stellen dat een pond gember ooit de waarde van een schip had en een zak peper ooit een mensenleven waard was. Kruiden en specerijen zijn op het moment relatief betaalbaar, zeker gezien de kleine hoeveelheid die we nodig hebben om een gerecht op smaak te brengen.
Kruiden en specerijen komen vanuit heel de wereld. Ook op dit gebied wordt getracht de productie, transport en verkoop fair trade te laten verlopen.
Enkele voorbeelden van landen waar specerijen vandaan komen.
– Uit Sri Lanka, kaneelpoeder, kaneelstokjes, nootmuskaatbollen, peper en kardemom.
– Uit Indonesië komen peper, kruidnagel, nootmuskaat, foelie en kaneel.
– Uit geheel Azië maar ook in Afrika komen onder meer gember, asam, ketoembar (komijn), laos, kuyit, piment, citroengras, tempeh, anijszaad, karwijzaad, knoflook, karwij, kummel, vanille, kerrie, saffraan, laurier.
Kruiden en specerijen worden in veel combinaties en in de meest uiteenlopende gerechten gebruikt. Zij worden ook gevoegd bij andere ingrediënten of samengesteld voor verfijning van b.v. oliën, azijn, sauzen.
Met een schepje extra, educatie, de mogelijkheid een rijbewijs te halen: dingen die gewoon lijken, , je hebt het zelf in de hand. De mensen die in Zuid-Afrika aan dit product werken, nemen hun leven ook in eigen hand. Hun vaste baan en de extra cursussen die betaald worden uit ons Fair Trade Original Trade Original Trade Original Trade Fonds, geven hen vertrouwen en de toekomst.
Een hele lap tekst en dus niet te verwoorden in een paar minuten.
Graag tot zondag en breng eens een bezoekje aan deze enthousiaste dames en de rest van de vrijwilligers in de wereldwinkel.