Achter gul bedeelde kindergraven de leegte
van een engelenbeeld, ongemakkelijk, arm
de bodem die jou, kind in dood geboren,
zonder aanzien uit moest schrijven. Ooit
een uitsparing in woelend onderwater,
op de lichtvurige harttoon tekende men
je contouren uit, een juweel van stilte, zacht
als mos je gretigheid.
Tot achterdocht rees uit gifgele signalen
gesneden. Ontdroomd. Bij het laatste zoeklicht
was je onder het kroos van voortijdse eeuwigheid
weggedoken. Een dracht van radeloos goud.
Men legde je op een verbijsterend laken,
ze streelden de dons glans op je hoofd, je
vingers, elk nagelbed bleek braamloos naar
de moedermal geslepen, alleen je huid
geurde naar dood.
Henk Simons
2 november 2011
Dichter , kunstenaar , daal eens af uit je ivoren toren naar de begrijpelijke taal van de gewone Weertenaar.