Expositie Fred Gubbels op locatie Ton Wijnhoven aan de Maasstraat 10 te Weert.

Helaas moet ik weer door het stof, dat heb je ervan als je de zaken niet checkt. Beste Ton mijn excuses dus, men was in verwarring met een andere Weerter architect en dat heb ik klakkeloos overgenomen.

Maasstraat 10 het voormalig Gemeente Museum is dus van Ton Wijnhoven en geeft onderdak aan de expositie van Fred Gubbels.

Eer gisteren is de expositie van Fred Gubbels geopend in wat ooit het Gemeente Museum van Weert was. Nog te bezoeken op 1, 2, 15 en 16 december tussen 13.00 en 17.00 uur.

Ik wil U de openingswoorden door onze staddichter Henk Simons niet onthouden.

Beste Fred, Hetty,  Ton, Miranda,  dames en heren,

Vanavond  hernieuwen de meesten van u hun kennismaking met het werk van Fred Gubbels, mijns  inziens de meest romantische schilder die Weert heeft voortgebracht. Tenminste wanneer we zijn landschappen wegen op de schaal van Caspar David Friedrich.  U kent ongetwijfeld het beeld van de wandelaar die uitrustend op de top van een heuvel een weidse en daardoor raadselachtige natuur overschouwt waarin ongekende krachten schuilgaan. Men ziet in een dergelijk schilderij niet alleen  deontdekking van het absolute gevoel, maar ook een ultiem verzet tegen de onttovering van de natuur. Alleen in het landschap kan men de smetten van een vervreemdende beschaving ontvluchten.   ‘ Dein ganzes Wesen erfährt eine stille Läuterung  und Reiniging.’

Goed, Fred is nooit een fameus wandelaar geweest zoals Rousseau en Goethe waren, hij hoefde ook niet zo nodig naar Nepal, naar de Harz of het Saksische Zwitserland van Friedrich, hij had al genoeg te stellen met de spoordijk tussen Boshoven en Budel-Schoot,  in zijn beleving al veel verder van huis vergeleken bij de tijd dat hij de donkerende luchten boven de  Moeselpeel  schetste.  

Jaren beklom hij bijna dagelijks  met een  toenemend fysiek malheur de 108 treden tot aan de verlossende deur van zijn tweede huis. Een atelier ingericht als een huiskamer, met zitjes, een aansprekende boekenkast,  de radiozender Klara op de achtergrond, vaak barokmuziek, madrigalen,  tegen de hoge wanden achterin een aanzwellend oeuvre. Ik weet het, het is zoete nostalgie, maar weemoed is geen verboden gevoelen.

Er is een periode in zijn werk geweest waarin de lage horizon mooi is afgelijnd  en daarboven een allesbeheersende lucht, het zijn panelen die zich over de rand van de kaders als een hoogst esthetische strook aan elkaar laten klikken.  Maar gaandeweg werd  zijn horizon ruiger, zeker vanaf het moment dat de schilder in de braakliggende overkant de haast hallucinante aanwezigheid van een welving ontdekte. Een zadelvormig silhouet dat in bepaalde werken de allure aanneemt van een verlaten ruïne, om dan om te slaan in een herfsttableau, alsof de voorafgaande nacht met de hand van de door Fred bewonderde Morandi de tafelstukken had  herschikt  Zelden lag er sneeuw op dit denkbeeldig massief. Het werd zijn opdracht om In een meditatieve herhaling  deze glasachtig zwijgende achtergrond te bezielen,   maar steeds in het besef dat zijn eindeloze reeks een machteloos antwoord blijft op de ondoorgrondelijkheid van een plek.  

Tegenover deze  onmacht staat Fred’ s stielkennis en  schildervaardigheid. In zijn beginjaren werd hij geafficheerd als een autodidact. Hij is in mijn ogen  een  klassiek geworden voorbeeld van het verheffingsideaal van de jaren vijftig- zestig, of beter gezegd van de idealen van het sociaal humanisme uit het begin van de vorige eeuw.  In zijn volharding en Begeisterung  is hij mag ik wel zeggen elitair. In zijn concentratie en een doorgedreven ambachtelijkheid levert hij het  bewijs dat  met de gelijkschakeling op het culturele kleuterniveau als norm  afbreuk gedaan wordt de liefde voor iemands vak.  De term elitair wordt maar al te vaak in de mond genomen door wie zich niet de moeite getroost of nog erger niet meer de moeite denkt te moeten nemen om zijn/ haar creatief –intellectueel libido gaande te houden en uit te vieren. Een terzijde:  een arts wordt nooit elitair genoemd ondanks het feit dat zijn kennis ver boven het gemiddelde ligt.

 Fred heeft in elk geval bovengenoemde tendens tegengif gegeven. Over zijn werk zelf spreekt hij nooit. Eenmaal weg van zijn atelier, keert hij terug naar de wereld om zich door zijn lectuur  breedvoerig  te oriënteren. Het is dan ook jammer dat hij nooit inzage gaf in de vele notitieboekjes die op het atelier lagen, geschreven op momenten dat het landschap te veel van zijn fysieke conditie eiste. Wie ooit het genoegen had hem thuis op te zoeken, herinnert zich ongetwijfeld hoe Fred trots zijn nieuwe aanwinsten op een stapel legde. Onlangs kwam hij aanzetten met een vuistdikke monografie over leven en werk van Frits Van den Berghe, een Vlaamse expressionist uit de jaren twintig. Terwijl ik ietwat overdonderd door de hoeveelheid illustraties door het boek bladerde, sprak Fred de laconieke woorden :  ‘Zijn fantastisch surrealisme vind ik wat magertjes.’

Het braakland werd langzaam volgebouwd. De tragedie van het landschap moest hij met lede ogen aanzien.  Zijn hele uitzicht werd verkaveld , verknipt en de vele genummerde magazijnen van de Lidl naar binnen geschoven.  Deze horizonvervuiling viel overigens zonder enig oorzakelijk verband samen met de ontmanteling van zijn atelier. Fred werd op emeritaat gestuurd. Vandaag daalt hij af van zijn ivoren uitzicht en vult met een rijke oogst van onvervreemdbare  hand  de ruimtes waar hij voor het eerst in de openbaarheid trad.  

Ik dank u voor uw aandacht.

Henk Simons

23 november 2012

Over Anki Raemaekers

Autonome Kunsten ABKM 2010 cum laude experimentele video en fotografie. Kunst en media. Een kritische blik @araemaekers Cultureel Café Weert. Stichting Kunstcentrum Weert, Stichting Groen Weert, DUS Weert, politieke beweging, Oogcafe Weert.
Dit bericht werd geplaatst in Kunst en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie